Een van de drie decentralisaties, de jeugdhulp, was donderdag 25 september aan de orde in Gorinchem. Het is een van de belangrijkste onderwerpen van het moment en het was dan ook geen verrassing dat alle fracties erg betrokken waren bij dit onderwerp. Natuurlijk houdt ook GroenLinks zich druk bezig met dit belangrijke onderwerp, wat tot gevolg zal hebben dat we als gemeente(n) per 1 januari verantwoordelijk zijn voor de meeste jeugdhulp. GroenLinks diende tijdens dit debat, namens de gehele raad, een motie in over het PGB.
Het raadswerk is soms frustrerend. Het Rijk vindt dat de gemeentes de jeugdhulp moeten gaan regelen, en ze voeren daar ook een flinke bezuiniging bij door. Dan moet je daar als raadslid iets mee. Je wilt het zo goed mogelijk gaan regelen. En dan komt het frustrerende...niemand weet precies hoe het zal gaan. We hebben in grote lijnen wel helder hoe het allemaal zal lopen, maar helemaal precies weten we het niet. En dat wringt! Het debat was dan ook een verhit debat waaruit vooral die onzekerheid en onduidelijkheid bleek. Maar, het is goed dat de raad hier felle discussie over heeft met elkaar en met het college! Het gaat tenslotte wel over de zorg die Gorinchemse jongeren vanaf 1 januari zullen krijgen en dat móét goed geregeld zijn!
GroenLinks maakte zich bij de behandeling van het zogenaamde "beleidsrijk transitiearrangement jeugdhulp" vooral zorgen over het PGB (persoonsgebonden budget, waar we nota bene een motie over hebben ingediend!), over de informele zorg, over privacy, over vertrouwenspersonen en over de mogelijkheid voor second opinion als je er met het sociaal team niet uitkomt. We vonden het erg nodig om nogmaals een motie in te dienen waarin de raad uitspreekt dat het PGB helemaal gelijkwaardig is aan Zorg in Natura, omdat de stukken die aan ons werden voorgelegd ons niet geruststelde op dit punt. Gelukkig was de gehele raad dit met ons en kon raadslid Ilhan Tekir een door de gehele raad ondertekende motie aan de voorzitter van de raad overhandigen.
We zijn nog lang niet uitgesproken over de jeugdhulp en GroenLinks zal nu én het komende jaar waarin alle veranderingen doorgevoerd gaan worden, bovenop dit onderwerp zitten en meteen aan de bel trekken als er iets mis dreigt te gaan!
Lees hieronder de bijdrage in eerste termijn van Ilhan Tekir:
Voorzitter,
Nog maar drie maanden te gaan en het is zover. Vanaf 1 januari 2015 is de stelselwijziging jeugd een feit en zijn de gemeenten verantwoordelijk voor zo ongeveer alle hulp die jeugdigen krijgen. Dat deze datum langzaam maar zeker nadert is merkbaar aan de spanning die overal in het land toeneemt. Deze week nog kwam Nieuwsuur met een reportage over jeugdhulp. De onderzoekscommissie die speciaal is opgericht door het Rijk, de VNG en het IPO concludeert dat met driekwart van de jeugdzorgaanbieders nog geen contract is afgesloten. Daarmee zou er geen garantie zijn op continuïteit van zorg in 2015. Een zorgwekkender signaal dan dit is wat GroenLinks betreft niet mogelijk op dit dossier. Hoewel wij in deze regio de afspraak hebben dat uiterlijk 1 november de contracten zijn afgesloten, zien wij nog geen reden om achterover te leunen. Als jeugdzorgaanbieder zou je namelijk nu al voorbereidingen willen treffen. Maar dat gaat helaas niet omdat de aanbieders nog geen zekerheid hebben over hun toekomst. Wij vragen u met klem om onze zorgen hieromtrent weg te nemen en de komende tijd scherp te monitoren hoe het inkoopproces verloopt.
Dan ons tweede zorgpunt, voorzitter. Het persoonsgebonden budget. Helaas begint de discussie rondom het PGB te lijken op een soort ‘never ending story’. Hoewel de teksten wel iedere keer iets beter worden, zijn wij er nog niet van overtuigd dat het PGB nu daadwerkelijk als gelijkwaardig alternatief wordt gezien voor zorg in natura. Het gevoel wat mijn fractie overhoudt na het lezen van dit beleidsrijke transitiearrangement is vooral dat het PGB een alternatief is áls zorg in natura niet passend is én dat je dan alsnog je best moet doen om het PGB daadwerkelijk te krijgen. Dit terwijl al meerdere malen in deze raad aandacht is gevraagd voor het PGB. Ik zal u kort meenemen naar die momenten. Het is 13 maart 2014 als de beleidsplannen in het sociaal domein aan de orde zijn, waaronder het beleidsplan Jeugdhulp. In die stukken werd nog gesproken over het afbouwen van het PGB, hoezeer de toegang tot het PGB dan ook wettelijk verankerd is. Naar aanleiding hiervan is met steun van nagenoeg de hele raad onze motie aangenomen om de keuzemogelijkheid tussen zorg in natura en het PGB te behouden. Daarmee leek de kous af. Totdat we een paar maanden later, en wel op 26 juni 2014, het uitvoeringsdocument 3 transities sociaal domein onder ogen kregen. Ook daarin werd het PGB nog gepresenteerd als een ‘moetje’ omdat het zou zijn opgenomen in wetsteksten. Naar aanleiding hiervan is een heftige discussie gevoerd en leken we weer op één lijn te zijn gekomen. De wethouder heeft toen onder andere op onze aandringen de teksten rondom het PGB geheel herschreven en wel naar onze tevredenheid. Vandaag zijn we weer een paar maanden verder maar nog steeds is het beleidsrijke transitiearrangement niet overtuigend op dit punt. Dit vinden niet alleen wij als politieke partij jammer maar ook het gehandicaptenplatform betreurt dit. In het voorliggende stuk wordt een heel hoofdstuk gewijd aan het PGB én de criteria om ervoor in aanmerking te komen, terwijl er nauwelijks wordt gesproken over criteria voor zorg in natura. Wij lezen dat bij het PGB er ‘breed’ naar de situatie van het gezin wordt gekeken: schulden, beheersing van de Nederlandse taal, psychische of verstandelijke maar vooral ook organisatorische vermogens zijn factoren op basis waarvan het jeugdteam kan beoordelen of de cliënt PGB-waardig is. Dat oordeel kan alle kanten op gaan en getuigt niet echt van maximale keuzevrijheid aan de cliënt. Ook het uitgangspunt dat voor informele zorg dezelfde uitgangspunten moeten gelden als voor formele zorg verbaast ons enorm. Dat noemen ze volgens mij een ‘contradicto in terminis’. Oftewel: tegenstrijdigheid in de woorden. Als informele zorg – bijvoorbeeld iemand uit het sociaal netwerk – aan dezelfde eisen moeten voldoen als formele zorg, kunnen we immers niet meer spreken over informele zorg. Alsof dit niet genoeg is wordt er bovendien voorgesteld om nog een aantal aanvullende voorwaarden op te nemen bij informele zorg. Wat GroenLinks betreft staat dit haaks op het streven naar een participatiemaatschappij.
Kortom voorzitter, wij beginnen ons langzaamaan af te vragen wat de angst van de regio is om PGB te verstrekken? We zijn zeer benieuwd naar uw reactie hierop. Omdat uw voorstel echter nog niet geruststellend is, dienen wij een raadsbreed gesteunde motie in. Het gaat om een motie in nieuwe stijl dus ik zal hem niet helemaal voorlezen. We verzoeken het college om er zorg voor te dragen dat in de komende documenten rondom de 3 decentralisaties de gelijkwaardigheid van zorg in natura en PGB verankerd is. Wij verzoeken het college ook om hierop aan te dringen bij de andere gemeenten in de regio AV en ZHZ. Ik zal u deze motie na afloop van mijn termijn overhandigen.
In het kader van het PGB heeft de fractie van GroenLinks ook nog een zorgpunt in relatie tot de rol van het jeugdteam. Wij vinden het vreemd dat het jeugdteam een aanvraag tot PGB beoordeelt terwijl zij ook doorgeleiden naar jeugdzorgaanbieders. Bestaat hier niet het gevaar op belangenverstrengeling? Enerzijds moet het jeugdteam namelijk binnen het budget blijven en anderzijds beoordelen om al of geen PGB te verstrekken. Graag ook hier uw reactie op.
Tot zover het PGB. Met ons volgende punt slaan we graag een brug naar het jongerenwerk. Mijn fractie zou u mee willen nemen in een gedachtegang om jeugdhulp en jongerenwerk nog meer met elkaar te verbinden om daarmee tot een win-win te komen. Ook de VNG ondersteunt deze gedachte: goed jongerenwerk zorgt voor minder jeugdzorg. Wij weten inmiddels dat de aanbesteding voor het jongerenwerk is verlaat. Dit biedt kansen om de infrastructuur die wordt gevormd voor jeugdhulp te benutten om het jongerenwerk anders te organiseren. Zo kunnen de jeugdteams hier een centrale rol bij spelen, nog meer dan de samenwerking die nu al is bedacht. Wat de fractie van GroenLinks betreft kunt u de middelen welke beschikbaar zijn voor het Gorcumse maatwerk hiervoor inzetten. Graag horen we van u hoe u hier tegenaan kijkt en of u hier op een later moment op terug wilt komen. We denken in dat geval graag met u mee!
Blij zijn we overigens met uw toezegging uit de raadsbijeenkomst om per kwartaal een voortgangsrapportage aangevuld met een analyse te willen delen met de raad. Wij hebben inmiddels begrepen dat er plannen zijn om een klankbordgroep 3 decentralisaties op te richten. Het lijkt mijn fractie dan ook voor de hand liggend dat dergelijke rapportages allereerst in deze klankbordgroep worden besproken en indien nodig worden doorgezet naar de raad.
Dan heb ik nog enkele vragen over zaken die in het transitiearrangement worden genoemd. Te beginnen met de vertrouwenspersoon. Het is ons niet duidelijk wanneer de vertrouwenspersoon wordt aangesteld? Het lijkt ons wel essentieel dat de vertrouwenspersoon juist in het transitiejaar onmisbaar is. Wat de fractie van GroenLinks betreft wachten we hiervoor niet op een VNG verordening die nog gemaakt moet worden. Hoe staat u hier tegenover?
Een andere vraag gaat over het Diagnostisch Advies Netwerk (DAN). Wij lezen dat het DAN onder andere second opinions geeft bij geschillen tussen het jeugdteam en het gezin. We vroegen ons af of ook gezinnen om een second opinion kunnen vragen? Anders lijkt het DAN namelijk op een soort verlengstuk van het jeugdteam. Het DAN bestaat tenslotte ook uit professionals. Het is misschien hoe dan ook goed om de functionering van het DAN over 1 jaar te evalueren. Hoe kijkt u hier tegenaan? Wij denken aan vragen als: hoeveel adviezen heeft dan gegeven? In wiens voordeel? Op wiens verzoek? Wat is het effect van second opinions? Etc.
Tot slot, voorzitter, wil ik stilstaan bij de ambities die in het transitiearrangement zijn geclassificeerd. Wij lezen te vaak algemene ambities die weinig concreet en meetbaar zijn. Het gaat dan om woorden als ‘afname’ en ‘stijging’. Deze woorden geven enkel richting maar niet het eindpunt. Dergelijke algemene ambities bieden weinig houvast om te sturen. De fractie van GroenLinks verzoekt u daarom om bij een volgende rapportage hier wat meer aandacht aan te schenken door zoveel mogelijk concrete en meetbare ambities op te nemen. Dat zet ons allen scherp en zorgt er hopelijk voor dat Nederlandse jeugdigen óók de komende jaren het gelukkigst blijven van alle jeugdigen in westerse landen.