Omdat de drie decentralisaties (van de AWBZ, Jeugdzorg en de Participatiewet) regionaal worden aangepakt, wordt er ook op regionaal niveau een visie over ontwikkeld. Deze visie werd op 31 oktober behandeld.

Omdat de drie decentralisaties (van de AWBZ, Jeugdzorg en de Participatiewet) regionaal worden aangepakt, wordt er ook op regionaal niveau een visie over ontwikkeld. Deze visie werd op 31 oktober behandeld. GroenLinks was, zoals u hier kunt lezen, kritisch over de visie. We vonden de toon erg negatief (het glas was halfleeg ipv halfvol) en m.n. het onderdeel "werk" was erg onderbelicht. Gelukkig vertelde de Wethouder dat die kritiek breed gedeeld werd en dat de verdere uitvoering beter zal worden. Wij houden dat scherp in de gaten en zullen het beleid dan ook kritisch onder de loep nemen, als het in februari in de raad komt. 

Hieronder leest u het betoog van GroenLinks: 

Voorzitter,

Toen de Visie2030 vastgesteld werd, merkte GroenLinks op dat het wel een heel breed verhaal was, zo breed dat je er haast niet tegen kon zijn. De reden daarvan, vermoedden wij toen, lag erin dat de verschillende denkbeelden en werkwijzen in de regio zo ver uit elkaar liggen, dat je wel een heel breed verhaal moet schrijven, wil je alle kikkers in de kruiwagen houden. Dat die denkbeelden inderdaad ver uit elkaar liggen, dat blijkt wel uit het document waarover we het vanavond hebben. Zoals we tijdens de raadsbijeenkomst al aangaven, vinden wij de toon en het maatschappijbeeld dat uit de visie blijken niet heel erg bemoedigend. We kregen bij het lezen de indruk dat het geschreven is met een half-leeg glas op tafel, in plaats van een halfvol.

Ook het feit dat er uitgegaan wordt – ik heb dit voorbeeld ook tijdens de raadsbijeenkomst genoemd – dat begeleiding zo kort mogelijk moet zijn, omdat dan de kosten voor de samenleving beperkt worden, is een houding waarvan GroenLinks vindt dat hij niet aansluit bij het sociale gezicht dat Gorinchem gewend is te tonen.
In de leeskamer troffen we een hele lijst met bemerkingen en opmerkingen aan, waarbij bleek dat die maar tot vrij weinig echte aanpassingen geleid heeft. En waar het aangepast is, is het helaas een beetje op hapsnap basis gedaan. Zo is, naar aanleiding van onze opmerkingen over de voor-wat-hoort-wat-mentaliteit tijdens de raadsbijeenkomst een van de kaders onder 7.1 aangepast, maar het volgende blokje, waar precies hetzelfde instaat is dan weer niet aangepast.

Kortom, voorzitter, echt te juichen staan we niet bij deze visie. En dat vinden we jammer, want tijdens de regiobijeenkomsten in onder andere Lexmond, proefden we juist wel die positieve, het-glas-is-half-vol mentaliteit. Hoe het kan, weten we niet, maar de sfeer en uitgangspunten die we toen geproefd hebben, zijn niet vertaald in het stuk.

Een ander punt, waar volgens ons echt een kans is blijven liggen, is de invulling van de participatie in deze visie. In het raadsvoorstel wordt ons voorgesteld om de drie transities in samenhang verder te gaan ontwikkelen op basis van deze visie. Maar als we vervolgens de visie lezen, zien we dat deze vooral gaat over de zorgaspecten van de transities. Natuurlijk is het belangrijk om mee te doen, dat geldt voor alle drie de transities. Maar vervolgens lezen we: “de gemeente vertrouwt op de eigen kracht van de burger en de kracht van diens sociale netwerken”. Het is bij de transitie van het werkdomein totaal niet aan de orde dat je eerst maar terug moet vallen op je sociale netwerken. Er zijn echt geen buren die een baan voor je hebben of die je tijdelijk een inkomen kunnen verstrekken. Dus het uitgangspunt “de kracht van de samenleving” is niet van toepassing op het participatiebeleid.

Zijn er dan geen goede punten? Jazeker wel. Het feit dat we uitgaan van de eigen kracht van de burger en het meedoen naar vermogen aan de samenleving, vindt GroenLinks heel goede uitgangspunten. De vier basisprincipes, kracht van de samenleving, vertrouwen in de samenleving, differentiatie en maatwerk en samenwerking, onderschrijven wij van harte. Met daarbij dus de kanttekening dat de eerste vooral over zorg en niet over werk gaat. Ook de visie zoals die staat in het raadsvoorstel onderschrijven wij. Ook wij willen een overheid die niet bemoeizuchtig is, maar wel voor de burger klaarstaat als dat nodig is.

De vraag is echter op welke manier dit uitgewerkt gaat worden. Deze visie zou het fundament moeten vormen voor het opbouwen van het sociale domein in de regio. In de planning hebben we gezien dat deze visie en uitgangspunten uitgewerkt gaan worden tot beleidsplannen, die de raad in februari 2014 zal gaan vaststellen. We geven de visie nu het voordeel van de twijfel, omdat we de basisprincipes en de visie onderschrijven. Ik heb zojuist onze kanttekeningen en kritiekpunten gegeven op de uitwerking die nu in het stuk gegeven wordt aan die uitgangspunten en visie. We willen het college dan ook oproepen om bij de uitwerking ervan in beleidsplannen ervoor te waken dat de richting die Gorinchem aan sociaal beleid geeft, het sociale gezicht, daadwerkelijk terug te vinden is. Als dat niet het geval is, is de kans erg groot, dat u dan de steun van GroenLinks verliest.