De Stad Gorinchem legde GroenLinks de volgende stelling voor: Serieuze overlast veroorzaakt door hangjongeren moet direct worden aangepakt.
Lijsttrekker Rutger van Breemen reageert erop.

Voor GroenLinks is “hangen” iets heel normaals, dat te maken heeft met de behoefte, die mensen hebben, om elkaar te ontmoeten. Jongeren doen dat op straat, anderen in de supermarkt, weer anderen op een bankje in het park. Wij vinden dan ook dat jongeren die ruimte moeten krijgen. Er moet ook voldoende gelegenheid geboden worden voor andere soorten van ontmoeting. Te denken valt hierbij aan activiteiten in buurthuizen of brede scholen. De stem van jongeren is hierin van groot belang; het gaat om hen! Door met jongeren in overleg te gaan, kunnen er dingen geregeld worden, waar jongeren echt behoefte aan hebben. Jongeren weten zelf het best wat er leeft onder jongeren. Daarom moet de gemeente meer van hun deskundigheid gebruikmaken, hen uitdagen zich in te zetten voor de samenleving, de eigen buurt of projecten waar jongeren zelf baat bij hebben.

Soms ontstaat helaas toch ongepast gedrag en overlast voor de omgeving of de wijk. Dan moet ingegrepen worden. In dit proces ligt een sleutelpositie voor straathoekwerkers en Stichting Arkelstad. Ook de buurtagent speelt hierin een cruciale rol. Zij moeten een signalerende en preventieve werking hebben en moeten, liefst voordat problemen ontstaan, met jongeren in gesprek gaan.

Als het echt mis gaat, moet er voor de jongeren een passende straf gezocht worden. GroenLinks vindt dat een goede begeleiding van Bureau Halt daarbij onmisbaar is.